Gemeenschapskrant

Tom Smets als korpschef aan het roer van politiezone Rode: een hechtere band met de bevolking

01/09/24

Na zes maanden in functie als nieuwe korpschef van de politiezone Rode weet Tom Smets (53) goed welke richting hij uit wil. Zo wil hij sterk inzetten op wijkwerking en communicatie naar de bevolking. Verder breekt hij een lans voor het mentale welzijn in het korps. ‘We werken binnenkort samen met een mental coach.’

(c) TDW

Sinds februari van dit jaar mag Tom Smets zich korpschef van de politiezone Rode (Sint-Genesius-Rode, Drogenbos, Linkebeek) noemen. Hij nam de fakkel over van Frank Van der Perre, die na een mandaat van bijna 9 jaar op pensioen mocht gaan. Aan zijn pensioen denkt Smets met zijn 53 lentes nog lang niet. Van op zijn kantoor op de eerste verdieping doet hij uit de doeken wat zijn plannen zijn met het korps.

Wijkagenten

Snel wordt duidelijk dat de wijkinspecteurs een belangrijke rol spelen in zijn visie. ‘Ik hecht veel belang aan wijkwerking. Onze wijkagenten moeten bekend en makkelijk aanspreekbaar zijn. Onze burgers moeten weten hoe en waar ze met hen in contact kunnen komen’, verduidelijkt Smets. ‘Of dat haalbaar is? Het klopt dat wijkinspecteurs nog te veel administratieve taken moeten vervullen. Het uitvoeren van zogeheten kantschriften in opdracht van het gerecht, zoals het betekenen van een rijverbod, neemt veel tijd in beslag. We blijven die opdrachten als politie natuurlijk uitvoeren, maar roepen daarvoor een nieuw team in het leven dat zich exclusief bezig zal houden met kant-schriften. En zo komt er meer tijd vrij voor de wijkagenten om aanwezig te zijn in de straat, aan de scholen, op lokale evenementen … De burgers zullen op die manier weten wie hun wijkagent is en die sneller aanspreken. Zo houd je als politie de vinger aan de pols.’

Het idee is ook om het aantal wijkagenten op te trekken. Dat is opvallend voor een korps dat vorig jaar nog in die mate onderbemand was dat naburige politiezones moesten bijspringen om voldoende blauw op straat te hebben. Die periode is volgens Smets achter de rug. ‘We werken natuurlijk nog samen met de omliggende zones, maar we hangen er niet meer vanaf. We krijgen ons kader zelfs stilaan ingevuld’, verzekert Smets. ‘In het najaar zien we twee personen vertrekken, maar er komen er negen bij. Onze interventie- en verkeersdienst krijgen er respectievelijk vier en drie collega’s bij. We verwelkomen ook een nieuwe rechercheur en we zullen iemand extra in de rangen hebben om klachten te behandelen. Een aanzienlijke versterking, die het mogelijk maakt om intern te schuiven en het aantal wijkinspecteurs op te trekken. Momenteel hebben we er acht, wat volgens de richtlijnen voldoende is. Per 4.000 inwoners is er immers één wijkagent nodig. Maar om te doen wat we willen doen, zouden we naar tien wijkagenten willen gaan.’

Bewuste keuze

Wie Smets aan het woord hoort, zou kunnen denken dat hij al jaar en dag de lijnen uitzet in een lokale politiezone. Dat is niet het geval. Voor Smets zijn het de eerste stappen op het lokale politieniveau. Als is hij wel politieman in hart en nieren. ‘Al van jongs af aan wist ik dat ik bij de politie wou. Op mijn vijftiende ben ik mijn opleiding aan de Belgische Koninklijke Cadettenschool begonnen. Nadien kon ik beginnen als officier bij de rijkswacht, waar ik me bezighield met mensenhandel, een thema dat in de jaren negentig enorm leefde. Na de politiehervorming ben ik aan de slag gegaan bij de federale gerechtelijke politie in Leuven, om dan in 2007 over te stappen naar de speciale eenheden. Nadien ben ik directeur geworden van de Luchtsteun, en de voorbije drie jaar stond ik aan het hoofd van de luchtvaartpolitie op de luchthaven in Zaventem.’

Maar waarom dan die overstap? ‘Het is voor mij een zeer bewuste keuze’, zegt Smets. ‘Op welk niveau je ook actief bent, als politieman of -vrouw is het je taak om de omgeving zo veilig mogelijk te houden. Bij de politie kan je heel veel kanten uit. En ik ben blij dat ik nu op het lokale niveau het beste van mezelf kan geven. Op zich kan je stellen dat de luchthaven een groot dorp is, al is het niet te vergelijken met de drie gemeenten hier. In een politiezone kan je de inwoners echt leren kennen. Zeker in een kleinere politiezone als de onze, waar de organisatie nog beheersbaar is en waar je uit eerste hand nog te weten komt wat de bekommernissen zijn. We willen echt voor een hechte band met de bevolking gaan. Onder meer door het efficiënter inzetten van wijkagenten, maar daar houdt het niet op. We willen de bevolking zo transparant en goed mogelijk informeren. Niet alleen heeft ze daar recht op, het helpt onze werking. Nu al gebruiken we veel vaker sociale media, onder meer om de burgers te wijzen op bepaalde criminaliteitsfenomenen. Op die manier nemen mensen zelf sneller preventieve maatregelen én reageren ze alerter als ze iets zien dat niet pluis is. Tijdens de zomervakantie zaten we met een opstoot aan voertuig- inbraken. Wij hebben daarover zeer open gecommuniceerd.’

Mentaal welzijn

De bedoeling is ook om in de politiezone meerdere buurtinformatienetwerken, zogeheten bins, uit te rollen. ‘In de Priorijwijk in Sint-Genesius-Rode is er al één actief, met succes. In andere wijken kan zo’n bin ook zijn nut bewijzen. Door snel informatie te verspreiden verhoogt de kans op het tegengaan en oplossen van misdrijven. En je voorkomt er ook mee dat er foutieve informatie de ronde doet.’

De komende jaren wil de politiezone Rode meer in contact treden met de jeugd. ‘We willen niet alleen zichtbaar zijn aan de schoolpoort, maar ook binnen de schoolmuren. Zo hebben we aan alle scholen de vraag gesteld om het preventieprogramma MEGA te kunnen uitrollen. Met workshops willen we de leerlingen wijzen op de gevaren van bijvoorbeeld sociale media, drugs en sexting. Ik geloof hard in preventie, en daar moet je van jongs af mee beginnen. En zo leren de kinderen de politie meteen op een andere manier kennen.’

Intern legt de korpschef ook zijn eigen accenten. Met daarbij bijzondere aandacht voor het mentale welzijn van zijn mensen. ‘De job van politieman en politievrouw is een van de meest stresserende die er zijn. Elke dag komt er een druppel bij in de emmer, en we willen bij onze mensen detecteren wanneer het moeilijk gaat. De tijd van de machocultuur binnen de politie is voorbij. Emoties mogen getoond worden. Daarom schakelen we dit najaar coaches in die psychologische ondersteuning geven en hulpmiddelen aanreiken om stress te verminderen. En we zullen dat zeker niet alleen doen na zware incidenten. De bedoeling is dat iedere medewerker altijd bij die coaches terecht kan. Dat is bewust extern en niet op de werkvloer. Sowieso zal iedereen er een eerste keer langsgaan, en dan zal blijken wie er meer of minder nood aan heeft. Bij de speciale eenheden heb ik deze vorm van mental coaching ingevoerd, en dat heeft zijn vruchten afgeworpen.’

Jelle Schepers

uit buurten september 2024


Meer nieuws